Categorieën
Manumissies

Manumissierekest Eijma inzake Cojo en Jetta (1816)

Aan Zijne Excellentie den Gouverneur Generaal der Collonie Surinamen.
Met de meeste hoogachting wende Ik mij tot Uwe Excellentie, met een verzoek welke ik hoop door Uw Hoog Edele niet van de hand zal worden geweezen. Deeze Collonie verlaatende en Eene Verplichting hebbende het Neger Jongetje Cojo en Mustische Mijsje Jeta hun soit te verbeeteren. Zo verzoek ik Uwe Excellentie ootmoedig den Schat van Vrijdom te wille verleenen aan het boove gemelde neeger Jongetje als Zijnde dit Eene belofte gedaen door mijne Vrouw aan wijle den WEd.Gestrenge Heer W.H. Eijma, en ’t welk Zij gaerne wenschte door Uwe Excellentis toedoen te volbrengen, en als dan dezelve met zich naar Europa te voeren. Ik ben van mijne Zijde dadelijk bereid alle koste, door de wet bepaald, te voldoen. Ik had gewenscht het mustische mijsje Jeta haar vrijdom te Koopen. Doch kan Zonder toestemming der Heere Marcelis geen verlof bekomen maar door de Heere Administrateurs mij vergund, dit Mijsje indien Uwe Excellentie zulks toestond met mij te neemen, haar aldaar te koopen en de Gelde alsdan voor haare Vrijbrief in Suriname te doen betaalen. Uwe Excellentie teffens verzeekerende indien de Heere Marceelis haar aan mij niet verkiezen aftestaan het bovegemelde meisje binne het Jaar te zullen terug zenden. Ik neem de Vrijheid dit mijn verzoek nogmaals in Uwe Excellentis gevoelige attentie aantebeveelen en door UwHoogEdeles approbatie zal het soit deezer twee Kinderen verbeeterd zijn. Ik heb de Eer mij in Uwe Excellentis hooge protectie aantebeveelen en ben met verschuldige hoogachting Excellentie Uw Excellenti onderdaanige en gehoorzaamen Dienaar.
Paramaribo den 5de Maij 1816.

Gelezen nevenstaande requeste, renvoijeeren den Suppliant opzigtelijk het verzoek, ten faveure van den negerjonge Cerge, aan den Edele Achtb. Hove van Politie en Crimin. Justitie, om aldaar zodanig verzoek in geanticipeerde middele te doen als … zal te raden worden, en omtrent het meisje Jetta als Zijnde een mustice, en alzoo voor den landbouw van weinig aan belang te considereeren, en in aanmerking van des Suppliants voornemen om in den vaderlande den schat van vrijdom voor dezelve te verkrijgen, hetgeen voor hem thans alhier ondoenlijk is, Permitteere mitsdien, dat het gemelde Meisje met den Suppliant van hier moge Vertrekken, onder voorwaarde nogthans denzelve twaalf maanden nae Zijn komst in den Vaderlande zal doen blijken dat de brieven van Manumissie voor haar Zijn verkregen ofte anders zal gehouden Zijn, dezelve weeder herwaarts terug te zenden. Stellende daarvoor cautie ter somma van vijftienhondert guldens.
Paramaribo, den 14 Meij 1816
W.B. van Panhuijs.

Ter Ordonnantie van den Heer Gouverneur Generaal.
Pringle.

Auteur: John SAng-Ajang | NAN 1.05.10.01, 624 volgnummer 344 (scan 529 t/m 531)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s